Column David Röell
David kreeg de diagnose zaadbalkanker toen hij trainde voor een Ultra Trail. Dat hij later ook nog chemotherapie nodig had, was een flinke domper. Maar hij herstelde opzienbarend snel van de behandeling en liep kort daarna de 150 km Ultra Trail Monte Rosa (UTMR). Hoe hij dat aanpakte deelt hij elke maand in een column.
“Ik ben geen arts en mijn ‘herstelexperiment’ betreft slechts empirisch bewijs. Je zal mij ook niet horen zeggen dat je altijd op je oude niveau zal kunnen terugkomen; mijn geluk was dat ik een goed behandelbare vorm van kanker had die in een relatief vroeg stadium ontdekt werd. Dat is niet iedereen gegeven. Maar dat ik heb laten zien dat je heel veel sneller kan herstellen dan de huidige norm van ~1 jaar voor mijn type chemotherapie, dat zegt toch wel wat. Ik hoop hier veel patiënten mee te kunnen inspireren.”
Herstel begint al vóór de behandeling
“Op 30 maart was het een jaar geleden dat ik aan mijn chemotherapie begon. Ik stelde mij destijds de vraag: wat is de zin hiervan, hoe geef ik dit een beDOELing? Met andere woorden, een doel waar ik, of iemand anders iets aan heeft? Want voordat je start met herstellen, is het handig om te weten waar je naartoe werkt. Een doel hebben motiveert. Je kunt ervoor kiezen de ‘medische molen’ in te gaan en je over te geven aan wat je gaat overkomen. Ik koos een andere weg. Het is namelijk niet zo dat artsen jou genezen, ze hélpen jou jezelf te genezen; herstellen moet je ook veelal zelf doen, begeleiding hierin was heel beperkt *). In analogie met de Ocean Race **) zijn artsen de navigators; zij adviseerden wat de beste koers voor mij was, ik wilde - als kapitein van mijn lijf - zelf graag aan het roer blijven, ook in deze storm. Uiteraard volgde ik het advies van mijn navigators, maar drong ook aan op zaken die ík belangrijk vond, en probeerde daarbij het effect van de behandeling te versterken en de neveneffecten te beperken.
“Luisteren naar je lichaam is belangrijk, maar ‘hoe je je voelt’ is niet altijd de juiste graadmeter.”
Door mijn ervaring met ultra-trails had ik ervaring met herstel na extreme belasting. Daarom maakte ik mijn lijf in de periode van de onderzoeken voorafgaand aan de chemo, zo sterk mogelijk. Herstel begint namelijk al vóór de behandeling. Dus trainen en ontspannen, goede voeding en ook vasten. Alsof ik een ultra-trail zou gaan lopen. Tijdens de behandeling probeerde ik, zoveel als mogelijk, dit regime aan te houden. Luisteren naar je lichaam is belangrijk, maar ‘hoe je je voelt’ is niet altijd de juiste graadmeter. Mijn trainingsprogramma bepaalde ik mede op basis van het meten van mijn fysiologische respons na een trainingsinspanning. Daarvoor droeg ik een Garmin, een Fitbit, een Oura-ring en en Dexcom glucosemeter. Daar zit wat overlap in, maar ik deed zo ook een vergelijkend warenonderzoek.
Elke dag keek ik hoe mijn lijf erbij stond en in welke mate en op welke manier (cardio of spierkracht) ik het zou kunnen gaan belasten. De volgende dag bekeek ik mijn fysiologische respons op deze belasting, en bepaalde daarop het programma voor die dag: gaat het gas erop of moet het gas eraf?
“Chemotherapie, dat stelt pas iets voor!”
Na de 4e chemo-cyclus kon ik beginnen met de wederopbouw, maar alle veerkracht leek verdwenen, weg… Mijn eerste 2 van de 12 trainingsweken voor de 150 km UTMR gingen zo verloren, het gas moest eraf. Op dat moment leek het lopen van de UTMR een utopie, kansloos. Vanaf week drie toonde mijn veerkracht zich echter weer, het herstel ging wonderbaarlijk snel en in week 9 liep ik alweer als vanouds. De basis voor dit resultaat heb ik al vóór en tijdens de behandeling gelegd. Mijn doel was om snel en sterk en mogelijk sterker uit de chemotherapie te komen. Voor mijzelf en om anderen te inspireren, te motiveren. De slogan ‘what doesn’t kill you makes you stronger’ gaat hier goed op. Ik was ervan overtuigd dat dat op het mentale vlak zeker zou gaan lukken. Zware ultra-trail ervaringen hebben mij namelijk ook mentaal sterker gemaakt: afzien, doorzetten, oplossingen vinden voor ongemakken, optimistisch blijven, relativeren. Als gevolg merk ik dat ik meer kan genieten van de kleine dingen, goed tegen een stootje kan en heel positief in het leven sta. Bij een tegenvaller lach ik nu: dat stelt niet zoveel voor; chemotherapie, dat stelt pas iets voor! Chemotherapie heeft mij voorbij grenzen gedrukt. Na de 3e ronde van 4 was ik op de knieën. Ik huilde, ik wilde écht niet meer. Ik zag ook aan de data welke belasting dit voor mijn lijf was. Mijn 150 km UTMR met 9.500 hoogtemeters 12 weken na einde therapie, was eigenlijk een makkelijke afsluiting van een veel zwaardere ‘ultra’. Groot respect dus voor eenieder die chemo heeft ondergaan. Afgelopen najaar merkte ik zelfs dat ik ook conditioneel boven mijn oude niveau begon uit te stijgen. Dat had ik eigenlijk niet verwacht. Het kan zijn dat de uitzaaiing mij veel herstelkracht heeft gekost in de afgelopen jaren. Nu deze weg is herstel ik logischerwijs sneller en heb meer energie.
*) in mijn geval – dit zal per ziekenhuis verschillen. **) zie mijn eerste artikel in de Februari-editie
In zijn columns gaat David verder in op de verschillende invalshoeken die een rol hebben gespeeld bij zijn herstel van chemotherapie: mentaal/zingeving, voeding, inspanning en ontspanning. Heb je vragen, stel ze via info@zaadbalkanker.nl.