Chemotherapie en koolhydraten

In mijn laatste column schreef ik over mijn ervaringen in het ziekenhuis. In deze column leg ik graag uit waarom ik veel koolhydraten bij chemotherapie niet zo’n goed idee vind.

David kreeg de diagnose zaadbalkanker toen hij trainde voor een Ultra Trail. Dat hij later ook nog chemotherapie nodig had, was een flinke domper. Maar hij herstelde opzienbarend snel van de behandeling en liep kort daarna de 150km Ultra Trail Monte Rosa (UTMR). Hoe hij dat aanpakte deelt hij elke maand in een column.
“Ik ben geen arts en mijn ‘herstelexperiment’ betreft een empirisch bewijs. Je zal mij ook niet horen zeggen dat je altijd op je oude niveau zal kunnen terugkomen; mijn geluk was dat ik een goed behandelbare vorm van kanker had en in een relatief vroeg stadium ontdektwerd. Dat is niet iedereen gegeven. Maar dat ik heb laten zien dat je heel veel sneller kan herstellen dan de huidige norm van ~1 jaar voor mijn type chemotherapie, dat zegt toch wel wat.”
Koolhydraten zijn enkel een brandstof. Eiwitten zijn bouwstof en (gezonde) vetten zijn bouwstof én brandstof. Koolhydraten worden afgebroken tot glucose. Eiwitten kunnen weliswaar in noodgevallen als brandstof ingezet worden, doch dienen gewoonlijk als bouwstof.
Ik had al opgemerkt dat je tijdens chemotherapie niet zoveel doet, je ligt tenslotte maar te liggen, je lijf wordt gesloopt en moet herstellen. Een vraag is dus waarom je veel brandstof zou moeten eten, terwijl je lichaam vooral bouwstoffen nodig heeft om de schade te herstellen?
Een overschot aan glucose in het bloed veroorzaakt schade aan bloedvaten. Diabetespatiënten ervaren het cumulatieve effect van deze schade op de langere termijn: neuropathie (gevoelloosheid), wonden die slecht of helemaal niet meer helen, oogschade, impotentie, dementie etc.
Wist je dat er normaliter in je bloed maar 5 gram glucose zit? Dat is één suikerklontje. Alles wat er méér aan glucose in de bloedbaan komt, moet er dus ook weer uit. Je alvleesklier produceert daarvoor het hormoon insuline dat de glucose afgeeft aan hersens, organen en spieren. De overtollige bloedglucose die je niet verbruikt, wordt omgezet in glycogeen en vet. Glycogeenreserves zijn beperkt en goed voor circa 2 uur energie bij hoge intensiteit, de rest van het glucoseoverschot wordt derhalve opgeslagen als vet.
"Glycogeenreserves zijn goed voor circa 2 uur energie bij hoge intensiteit, de rest van het glucoseoverschot wordt derhalve opgeslagen als vet."
Tijdens de chemotherapie droeg ik als experiment een glucosemonitor en bemerkte een probleem bij de inname van koolhydraten: ik leek wel een diabetespatiënt! Bij het eten van bijvoorbeeld havermout (ongezoet!), een heel gezonde en langzaam-werkende koolhydraat, schoot mijn bloedglucose al door het plafond, ook tussen de behandelingen. Ik had al snel door wat er aan de hand was: chemotherapie is óók een aanslag op je organen, beenmerg, lever, nieren et cetera. Daarbij was mijn alvleesklier vermoedelijk omgevallen en maakte onvoldoende insuline aan om de glucose snel weg te werken. De dexamethason (een corticosteroïde) die je tijdens je behandeling krijgt, is daarbij bloedglucoseverhogend. Dit komt door een proces dat gluconeogenese heet, waarbij door middel van cortisol bijvoorbeeld proteïnen en vetten worden omgezet in bloedglucose.
De tweede vraag is of, als de chemo al veel schade doet aan je lijf en deze daarvan al moet herstellen, het verstandig is om je lijf met een teveel aan glucose te belasten?
En wist je dat chemo soms opgelost wordt in Glucose 5%? Dat is 50 gram suiker per liter vloeistof! Terwijl het ook in fysiologisch zout kan, wat meestal ook gebeurt. Laat je derhalve goed voorlichten.
Alle kankers zijn trouwens dol zijn op suiker. Het principe van de PET-scanner is hierop gebaseerd: radioactieve glucose wordt geïnjecteerd en kort daarna wordt een scan gemaakt. De kankercellen werken door hun vele insulinereceptoren als glucosesponzen. Daar waar de kanker zit, licht je scan op als een kerstboom.

Een derde vraag die je jezelf kunt stellen is of je je kanker moet voeden als je hem bestrijdt. Ik zie de Oekraïners de Russen ook niet bevoorraden om ze daarna te beschieten.
"Eigenwijs is goed, zeker, maar ken je beperkingen en pas op voor domheid: doe zo’n experiment nooit alleen, schakel experts in."

Eigenwijs of dom? Op het moment dat begin 2021 mijn bloedwaarden ‘verdacht’ waren, switchte ik van een low-carb naar een ‘bijna’ ketogeen dieet om mijn kanker uit te hongeren. ‘Bijna’, omdat ik ~35 gr koolhydraten per dag veel te restrictief vond: er was zoveel gezonds dat ik niet meer mocht eten! Ik deed het anders, woog alles af, voerde dat in de Eetmeter-app in, keek naar de hoeveelheid koolhydraten die dat opleverde en maakte zo mijn keuzes. Het bleek dat voor mij ~70 gr/dag net te doen was, en combineerde dat met een actieve leefstijl. Met een half uurtje stevig rennen verbrandde ik al ~500 Kcal (omgerekend in koolhydraten 125 gram) en zoveel koolhydraten at ik niet eens!
Op deze manier verbrandde ik bewust de koolhydraten in mijn spieren, zodat er voor mijn kanker erg weinig glucose overbleef. Mijn gezonde cellen leefden prima op de vetten die ik at.
Toen medio maart de diagnose ‘uitzaaiing’ bij mij was vastgesteld besloot ik ook nog eens om, voorafgaand aan elke van de 4 chemobehandelingen, 4 dagen te gaan vasten.
Nu weet ik toevallig het een en ander, maar een expert ben ik allerminst. In mijn vorige column schreef ik over mijn ‘eigen-wijsheid’. Eigenwijs is goed, zeker, maar ken je beperkingen en pas op voor domheid: doe zo’n experiment nooit alleen, schakel experts in. Wees een dirigent en kies je muzikanten die experts zijn op hun domein. Mijn arts en verpleegkundig specialist waren super, zeer gedreven en betrokken experts, keien op hun vakgebied, ik was daar heel blij mee. Daarnaast had ik een compagnon die fysioloog was, een ‘master of science’ in de biologie van het lichaam. En een diëtist maakte mijn ‘orkest’ compleet. Een kleine wereld? Vorige maand had ik een lustrumviering van mijn middelbare school in Eindhoven. Een gezellige dag, waar een oudere man met een bekend gezicht op mij afstapte. Ik speurde in mijn geheugen maar kon hem niet plaatsen, omdat zijn witte jas ontbrak. Het bleek mijn eerste inmiddels gepensioneerde oncoloog uit 2019, die kennelijk op dezelfde middelbare school had gezeten als ik. Bijzonder, de wereld blijkt weer eens klein. Een gezellig gesprek volgde, doch ik hoefde hem niet veel te vertellen, mijn verhalen had hij al gelezen :) .