Het verhaal van Henk Veen start in het voorjaar van 2021. Hij kreeg te maken met een onverklaarbare vermoeidheid. “Via de huisarts heb ik een bloedtest gedaan. Daar kwam een vrij laag HB uit. Verder had ik geen klachten. In juli begon ik pijn in mijn buik te krijgen en bloed te plassen. De uroloog in Ede was zeer doortastend. Ze stelde de juiste vragen en zat binnen vijf minuten al op het juiste spoor. Toen ze hoorde dat men vijftig jaar geleden een niet ingedaalde zaadbal niet heeft kunnen vinden en ik nu bloed plaste, wist ze genoeg.”
In de niet ingedaalde zaadbal heeft de kanker zich kunnen ontwikkelen. “De uroloog uit Ede stuurde mij na onderzoek direct door naar het Radboud UMC in Nijmegen. Daar kreeg ik de diagnose: zaadbalkanker, type seminoom, stadium 2. Twee dagen later zou de chemo starten. Dat was heftig. Maar ze vertelden ook dat bij mijn type kanker de genezingskans boven de 90% lag.”
Opereren was geen optie
“Meestal krijg je drie keer een BEP-kuur. Maar dat leek te gevaarlijk voor mijn longen, vanwege mijn leeftijd, dus het werd vier keer een EP-kuur van vijf dagen. Ze vertelden dat ze nog nooit iemand van mijn leeftijd hadden behandeld. Ik was toen 66. Ik was een bijzonder geval. Want een gezwel van tien centimeter naast de blaas en uitgezaaid in de blaas hadden ze nog nooit meegemaakt. Maar ik kreeg uiteindelijk toch de standaardbehandeling. Want opereren was nog geen optie. Het gezwel was te groot om weg te kunnen halen.”
Veel bewondering gekregen
“In het Radboud ben ik ontzettend goed opgevangen door de zaalarts. Hij liet me echt landen. Mijn vrouw Tineke en ik wisten nergens van en hadden geen idee wat ons te wachten stond. Hij heeft ons al die tijd goed begeleid, met een lach en een traan. Ook het verplegend personeel was fantastisch. Ik heb daar een heel goede tijd gehad. Wat ik overdag deed? Vrijwel niets. Overleven en een beetje futloos naar buiten liggen kijken, want ik had nergens energie voor. De chemo sloopt je. Als mijn vrouw op bezoek was, had ze helemaal niets aan me. Ik lag gewoon de hele tijd te slapen. Maar dat ze er was, was voor mij heel belangrijk. Je leert elkaar op een andere manier kennen. Mede dankzij mijn Tineke heb ik het gehaald. Het was een eenzame tijd, corona was er nog, we leefden twaalf weken in quarantaine.”
De uitslag was heel spannend
Zes weken na de chemo kreeg ik de uitslag van de CT-scan. Dat was heel spannend. Maar het wonder was gebeurd, alles was weg! Dat hebben we als heel bijzonder ervaren. Het restant van die bal zat er nog, maar het hele gezwel van 10 cm was verdwenen. Daarna ben ik alsnog geopereerd en hebben ze de rest van die bal weggehaald en een stukje van de blaas. Zo is alles toch heel goed verlopen. Alleen heb ik er neuropathie in mijn handen en voeten aan overgehouden. Dat is een dood gevoel, zeg maar. Als ik goede schoenen aan heb, dan heb ik er weinig last van. Verder kan ik eigenlijk alles doen. Ik ben ook niet meer extreem vermoeid, wat ook nog weleens voorkomt.”
”Een andere belangrijke tip is: zorg voor een goed netwerk. Na de chemo kun je een tijd niks meer, dus zorg dat je kunt terugvallen op mensen in je omgeving.”
Wat praktische tips
“Mijn grootste tip is ‘lees de magazines niet en kijk niet op internet’. Bespaar jezelf de horrorverhalen. Ik heb de magazines later wel gelezen en vond ze heel informatief. Maar als je net je diagnose hebt gehad, dan word je heel zenuwachtig van alles dat fout kan gaan. Het e-book is wel een aanrader. Objectief en neutraal geschreven op een heel diagnostische manier. Daar mag je best meer reclame voor maken. Een andere belangrijke tip is: zorg voor een goed netwerk. Na de chemo kun je een tijd niks meer, dus zorg dat je kunt terugvallen op mensen in je omgeving. En ten slotte een heel praktische tip: veel drinken. Dat deed ik al in het ziekenhuis en ik ben daarmee doorgegaan na thuiskomst. Gewoon twee liter per dag. Doe je dat niet, dan kunnen je nieren schade oplopen.”
Anders in het leven staan
“Ik merk dat ik nu anders in het leven sta. Dankbaarder, je hebt meer besef van de tijdelijkheid van het leven. Dat speelt als je ouder wordt natuurlijk sowieso wel. En ik ben socialer geworden. Ik kon mij weleens wat moeilijk verplaatsen in een ander. Ik denk dat ik wat empathischer ben geworden. Ook heb ik veel meer waardering gekregen voor wat er In het ziekenhuis gebeurt. Het respect voor de mensen die daar werken is alleen maar toegenomen.”
Tineke: Hoe reageerde jullie omgeving?
“Onze kinderen zijn gelukkig wel aardig nuchter. Maar ze waren er natuurlijk wel allemaal kapot van. ‘Hoe kan dit, pa is altijd zo actief’. De kleinkinderen zagen ineens een andere opa. Het zoontje van onze oudste dochter vroeg steeds: ‘Opa, waar zijn al die draadjes voor?’ En dan ging zijn haar en baard er ook nog eens af. Het valt natuurlijk geleidelijk uit, maar op een gegeven moment hebben we het gewoon afgeschoren. Ook de baard. Toen zagen ze ineens een kale opa. Maar ook daar is heel nuchter op gereageerd. Op de vraag van de kleinkinderen waarom de haren eraf zijn, was het antwoord gewoon ‘omdat er rommel in het lijf van opa zit’.”