Ben ik nog wel aantrekkelijk nu ik een bal minder heb? Hoe krijg ik weer normale erecties? En hoe kan ik beter over mijn onzekerheid praten met mijn partner? Voor seksuoloog Lobke Borger is geen vraag te gek. In haar praktijk helpt ze (ex-)kankerpatiënten om hun seksleven weer te laten opbloeien. Want, vindt ze: je doet jezelf te kort als je geen hulp inschakelt op dit gebied!
Wie is Lobke?
Lobke Borger is oncologie- en hematologieverpleegkundige. Én seksuoloog. Tijdens haar opleiding aan de VU in Amsterdam was ze al veel bezig met AYA-zorg, zorg voor jongeren met kanker. Veel van hen hadden problemen op het gebied van intimiteit en seksualiteit. Omdat ze vond dat ze hen niet goed kon helpen, is ze de opleiding seksuologie en allerlei aanvullende cursussen gaan doen. Daarna startte ze haar eigen praktijk. Lobke: “Ik begrijp al snel welke bijwerkingen bij bepaalde behandelingen kunnen optreden, ik ken de achtergrond. Daarom begrijp ik mijn cliënten goed. Ik snap bijvoorbeeld dat vermoeidheid na kanker heel anders is dan vermoeidheid van het dagelijks leven en een druk gezin. En dat ik daar dan andere tips en begeleiding voor moet aanreiken.”
Heb je te maken met patiënten die zaadbalkanker hebben (gehad)?
“In de vijf jaar dat ik dit werk doe, heb ik zo’n zestig mannen met zaadbalkanker gezien. Ze worden meestal doorverwezen door verpleegkundig specialisten. En vaak komen de partners ook mee. Ik denk dat ik ook alle vragen rond intimiteit en seksualiteit wel een keer heb gehoord.”
Met welke vragen of problemen kloppen ze dan bij jou aan?
“Vaak eerst met de gevolgen van de operatie: ondanks dat iedereen zegt dat je ook een man bent als je maar één bal hebt, doet het veel met je gevoel van mannelijkheid. En met je zelfvertrouwen. Er komt geregeld schaamte bij kijken. Ook al benadrukt je partner nog zo dat dat echt niet nodig is. Daarbij spelen er vaak fysieke problemen. Mannen maken te weinig testosteron aan, waardoor ze minder zin hebben in seks of minder opwinding ervaren. En dat versterkt de onzekerheid ook weer.”
“Met mij erbij lukt het beter om over moeilijke onderwerpen te praten, over dingen waar stellen onderling niet kunnen of durven te spreken”
Hoe betrek je de partners bij jouw begeleiding/behandeling?
“Meestal komt eerst de patiënt in kwestie langs. En als er een partner in het spel is, vraag ik wat hij fijn vindt: wil je hem of haar ook meenemen? De mening en ervaringen van die persoon zijn uiteraard belangrijk. Mensen vinden het moeilijk om aan hun partner te vragen wat ze fijn vinden, waar ze behoefte aan hebben. Helemaal als iemand ziek is en als alles anders en onzeker voelt. In de praktijk zie ik dat mensen voor elkaar gaan invullen wat er aan de hand kan zijn. ‘Mijn man is nog helemaal niet toe aan seks. Ik wil geen druk opleggen. Laat ik mijn eigen behoeften maar een beetje wegcijferen.’ Stellen durven het gesprek erover niet te openen.
Met mij erbij lukt het beter om over moeilijke onderwerpen te praten, over dingen waar ze onderling niet kunnen of durven te spreken. Dan ontstaat duidelijkheid en begrip. En blijkt dat de partner het niet erg vindt als de patiënt minder zin in seks heeft. Maar de vragen komen in eerste instantie vanuit de patiënt zelf.”
Moeten deze mannen geen drempel over om die vragen aan een extern persoon voor te leggen?
“Het is eigenlijk altijd moeilijk om die eerste hobbel te nemen. Dat komt ook omdat er in ziekenhuizen lang niet altijd over dit onderwerp wordt gesproken. Daar begint die drempel al. Dan kan bij de patiënt al een gevoel ontstaan van ‘dit onderwerp is blijkbaar niet belangrijk of te ongewoon om te bespreken’. De drempel om naar een seksuoloog te gaan is inderdaad hoog voor veel mannen.
Maar ik weet ook: als het ijs eenmaal gebroken is, als iemand zijn verhaal kan doen en merkt dat hij gehoord wordt, dan valt er een last van zijn schouders af! Hij ziet dan: ik kan alles gewoon vrij bespreken. En dat zorgt er vaak ook voor dat partners elkaar weer makkelijker weten te vinden om erover te praten. En dat het dus eigenlijk helemaal niet zo gek is om deze vragen te bespreken.”
Wat is een goed moment om naar de seksuoloog te stappen?
“Tijdens hun behandeling zitten mensen nog in hun overlevingsmechanisme. Dan is seks minder of niet aan de orde. Op het moment dat ze het normale leven weer kunnen oppakken, komt het stukje intimiteit erbij kijken. De gedachte is: dat komt vanzelf wel weer goed. Maar in werkelijkheid is dat toch vaak moeilijk. Het onderwerp seks kan echt een struikelblok worden. Als mensen merken dat het na enige tijd niet vanzelf goed komt, kom ik meestal in beeld.”
“Mannen die zaadbalkanker hebben gehad, worden minder of minder makkelijk opgewonden”
Spelen psychische problemen ook een rol op dit gebied? Of zijn het vooral lichamelijke klachten?
“Vaak is het een combinatie. In het begin is er nog heel veel onzekerheid en angst. Niet per se op seksueel gebied, maar dat heeft wel invloed op je seksualiteit. Mannen kunnen nog lange tijd bezig zijn met de angst of de ziekte terugkeert. Dan hebben ze vaker last van bijvoorbeeld erectiestoornissen, testosterontekort, stemmingswisselingen en minder zin in seks. Wanneer er lymfeklieren zijn verwijderd, kan er zenuwschade ontstaan. Op het moment dat er een orgasme plaatsvindt, komt dan het ejaculaat in de blaas terecht. Dat kan verder geen kwaad, maar mannen kunnen dat wel erg vervelend vinden. Mannen die zaadbalkanker hebben gehad, worden minder of minder makkelijk opgewonden. En daar komen ook weer onzekerheden bij kijken. Wat als het niet lukt om een erectie te krijgen? Soms kun je dan heel erg in je hoofd gaan zitten en de volgende keer niet durven en voor je het weet, beland je in een vicieuze cirkel.”
Hoe groot is het taboe op seksualiteit, ervaar jij?
“Heel groot. Hoe dat komt? Goeie vraag. Ik denk dat seksualiteit heel erg iets van jezelf is. En als het al voorbijkomt in gesprekken met vrienden bijvoorbeeld, gaat het vaak over de successen, over ‘die leuke nacht met dat meisje uit de kroeg’. Maar als het gaat over problemen op seksueel gebied speelt gêne een grote rol. Jammer genoeg wordt er dus ook in de zorgverlening weinig over gesproken. Ik vraag wel eens waarom, en zelfs die professionals blijken bang te zijn om een gekke, te persoonlijke vraag te stellen. Of denken dat er een vraag komt waar ze geen antwoord op weten. Soms spelen leeftijdsverschil, cultuur, geloof of taalbarrières mee. Of patiënten plaatsen de arts op een voetstuk, durven die intieme kwesties niet zomaar neer te leggen. Ook als patiënten er geen vragen over stellen, willen ze graag wel informatie krijgen over dit onderwerp en hopen ze dat de zorgverlener erover begint. Dus ik zou aan beide partijen willen zeggen: doe niet te snel aannames, maar ga gewoon met elkaar in gesprek!”
Zouden deze patiënten niet makkelijker praten met een man? Wat is jouw ervaring hierin?
“Wat ik geregeld hoor, is dat mannen het juist fijn vinden dat ik een vrouw ben. Met een man praten kan natuurlijk ook, die weten waar je het over hebt. Maar als het gaat over praten over je gevoel, over wat er verder bij komt kijken, de emotionele kant. Dan vinden ze het vaak prettiger om dat met een vrouw te doen. Sowieso moet er een klik zijn tussen de man en mij, voor zijn gevoel van veiligheid. Als die er niet is, help ik die man op weg naar een (mannelijke) collega. Maar dat heb ik tot op heden nog nooit gehoord.”
“Soms denken mannen dat ze de enige zijn met een bepaald probleem. Maar ik kan je vertellen: je bent niet de enige!”
Hoe creëer jij die veiligheid?
“Door in eerste instantie heel open te zijn. Dat alles gezegd mag worden. Alle woorden zijn goed. Ik vind niks raar. Je mag er echt lekker op je eigen manier over praten. Ik deel ook niks, ook niet met artsen. Soms is het nodig iets kort te sluiten met de oncoloog, bijvoorbeeld als het gaat over medicatie, maar dat mag nooit zonder toestemming van de patiënt. Als het toch niet goed voelt om iets te delen, mag je ermee stoppen. Je bent niks verplicht. Door die openheid te creëren, kunnen mensen zichzelf zijn.
Soms denken mannen dat ze de enige zijn met een bepaald probleem. Dan kan ik de juiste context geven. Dan vertel ik dat ik die klachten regelmatig hoor, ook van andere patiënten. Ze zijn echt niet de enige. Ik vertel verhalen en voorbeelden van anderen, uiteraard anoniem, en dan zie ik die persoon opgelucht ademhalen. En als ze dan begrijpen dat dat ene probleem helemaal niet zo gek is, blijkt vaak dat er nog meer vragen of klachten zijn. Dan komt het gesprek goed op gang.”
Welke adviezen kun je mannen die zaadbalkanker hebben (gehad) meegeven?
“Nou, allereerst: je bent niet de enige met jouw probleem dus praat erover. Je doet jezelf tekort als je er niets aan doet. En neem de tijd om te ontdekken wat voor jou, en je partner, belangrijk is. Ga erover in gesprek. Door de ziekte en de behandeling verandert er een hele hoop, mentaal en fysiek. Het zal tussen de lakens niet gauw weer zo voelen als voor je ziekte. Al kan dat in de loop van de tijd, als de fysieke problemen zijn opgelost, best wel weer als vanouds zijn. Dat verschilt heel erg per patiënt.
Ook als je geen partner hebt, kun je de tijd nemen om uit te zoeken wat voor jou prettig is. Waar word je wel opgewonden van? En waarvan niet? Dit kunnen andere dingen zijn dan voor je ziekte. Neem de tijd om je lijf te herontdekken. En neem de tijd om opgewonden te raken. Dat duurt vaak letterlijk langer dan je voorheen gewend was. Ik hoor ook wel dat mensen zich erbij neerleggen. Dat ze vinden dat ze al blij mogen zijn dat ze nog leven en dat ze hun leven er wel op aanpassen, maar dat is superzonde! Want er kan heel veel. Je kunt er echt naar streven dat je weer plezier krijgt in seks en ervan geniet.”
Komt het bij de meeste mannen weer helemaal goed met hun seksleven?
“Dat ligt erg aan de verwachtingen van mensen en aan het seksleven dat ze al gewend waren. Iedereen ervaart seks op zijn eigen manier en daarin is niks gek. Alles mag, alles kan. Sommigen zijn al blij als het misschien af en toe een keertje lukt. Bij wie het stukje intimiteit langzaam groeit. Anderen hadden zó’n actief seksleven dat ze teleurgesteld zijn door de veranderingen. Iedereen heeft daarin toch andere maatstaven, waardoor ik niet kan zeggen dat het altijd wel goed komt. Maar beter wordt het meestal wel. Ik probeer altijd mee te geven dat het belangrijk is om intimiteit met elkaar te behouden. Ook als even niet komt tot vlammende seks. Zorg dat je niet van elkaar vervreemd raakt. Blijf knuffelen, elkaar masseren, gewoon tegen elkaar aan liggen. Die connectie is voor veel mensen al heel wat waard!”
Je seksleven naar een hoger level tillen?
Ga hierover in gesprek met je arts, verpleegkundig specialist of huisarts en vraag om een verwijzing. Of maak rechtstreeks een afspraak bij een seksuoloog. Meer informatie over Lobke vind je op www.lobkeborger.nl. Je kunt bij haar een vrijblijvend kennismakingsgesprek aanvragen.